Historie & achtergrond

door: Dennis de Booij

Zie ook: Historie van het Nederlandse Jiu-Jitsu door Jaap Schuitema (noot toegevoegd door webmaster)

Een omschrijving en korte historie van het jiu-jitsu

Allereerst is een omschrijving en definitie van jiu-jitsu (Japanse uitspraak: djoe djitsoe) op zijn plaats. Over het algemeen wordt jiu-jitsu vertaald als de 'zachte kunst' (ju of jiu = zacht, meegaand; jitsu = kunst, vaardigheid). Hoewel jiu-jitsu op het eerste gezicht niet 'zacht' over komt als je een training of demonstratie ziet, schuilt er toch een grote mate van waarheid in deze vertaling. Een jiu-jitsuka (beoefenaar van jiu-jitsu) zal bij een aanval er de voorkeur aan geven om mee te gaan in de beweging van de aanvaller. Een karateka, bijvoorbeeld, zal een aanval blokkeren en plaatst dan een tegenstoot. Dit is een vrij harde vorm van verdedigen. Jiu-jitsu is er op gericht om de energie van de aanval te gebruiken. Als je bijvoorbeeld geduwd wordt kun je de voorwaartse energie die op je wordt uitgeoefend gebruiken om een heupworp in te zetten en zo de aanvaller (uke) te vloeren. In plaats van tegengas te geven ga je mee in de beweging waarna je door een worp, klem of atemi (trap of stoot) de situatie in jouw voordeel beslist.

Een allesomvattende definitie van jiu-jitsu is lastig te formuleren. Hoewel jiu-jitsu gericht is op zelfverdediging komen er ook aspecten in voor die voor offensieve doeleinden kunnen worden gebruikt. Voor het 2e dan examen moet je bijvoorbeeld overnames laten zien waarbij de aanvaller wint. Soms is de aanval ook de beste verdediging (bijvoorbeeld bij meerdere tegenstanders). Hoewel we meestal ongewapend werken moeten we ons ook kunnen verdedigen tegen aanvallers met wapens (bijvoorbeeld stok of mes). Het is vaak ook handig om zelf om te kunnen gaan met deze wapens. De stok die je van een uitgeschakelde aanvaller hebt afgepakt kun je gebruiken tegen andere aanvallers. Serge Mol geeft in zijn boek 'Classical fighting arts of Japan' een goede omschrijving van het traditionele jiu-jitsu:

'A method of close combat, either unarmed or employing minor weapons, that can be used in defensive or offensive ways, to subdue one or more unarmed or armed opponents.'

Maar het moderne jiu-jitsu omvat voor een belangrijk deel ook sportieve competitie. Puristen kunnen het bezwaar maken dat wedstrijd-jiu-jitsu een inhoudelijke beperking geeft omdat de meest gevaarlijke (en vaak ook effectiefste) technieken niet mogen worden gebruikt. Hier staat echter tegenover dat sportief succes vaak veel positieve publiciteit genereert die er voor zorgt dat jiu-jitsu een grotere bekendheid krijgt.

Jiu-jitsu is één van de oudste vechtkunsten die nu nog worden beoefend. Het jiu-jitsu werd beoefend door de samurai klasse uit de Japanse middeleeuwen. De samurai waren Japanse ridders die een Japanse edelman (shogun) diende met als hoofddoel de heer te beschermen en in oorlog te vechten op het strijdveld. Vandaar dat jiu-jitsu ook een martial art oftewel krijgskunst wordt genoemd. Het belangrijkste wapen van een samurai was zijn zwaard (katana) maar als zij in een gevecht werden ontwapend moesten ze ook verder kunnen vechten. Hiervoor is het jiu-jitsu ontwikkeld. In traditionele vormen van jiu-jitsu komen vaak verdedigingen tegen het zwaard voor.

Toen de moderne oorlogsvoering met vuurwapens in Japan zijn intrede deed werden de samurai overbodig. Een aantal werkloze samurai begonnen les te geven om zo hun kost te verdienen en zo werd ook jiu-jitsu verder verspreid onder burgers. Ook werd ju-jitsu gebruikt voor politiedoeleinden. Gedurende de 20e eeuw verspreidde het jiu-jitsu ook naar de Westerse landen. Nu wordt jiu-jitsu voor diverse doeleinden beoefend:

  • als zelfverdedigingsvorm
  • als sport
  • als 'Do'-vorm - een weg naar fysieke en mentale zelfontwikkeling

Achtergrond

1. Graduering

Zoals bij veel bekende Japanse vechtkunsten en -sporten wordt onderscheid in het niveau tussen jiu-jitsuka's (beoefenaars van jiu-jitsu) gemaakt door middel van de kleur van de obi (band). Tot de zwarte band spreek men over een kyu-graad. Deze graden worden meestal geëxamineerd door de eigen docent. Vanaf het behalen van de zwarte band spreekt men over dan-graden. Deze examens wordt afgenomen door minimaal drie externe docenten (joseiki - jury). Bij kyu-graden geldt: hoe lager het getal, hoe hoger het niveau. Bij dan-graden betekent een hoger rangtelwoord een hoger niveau. In onze stijl van jiu-jitsu geldt de volgende indeling van laag naar hoog niveau:

Graad Graad kleur Bijzonderheden
6e kyu wit beginner
5e kyu geel
4e kyu oranje
3e kyu groen half gevorderd
2e kyu blauw
1e kyu bruin
1e dan zwart examen op districtsniveau
2e dan zwart met 2 strepen examen op districtsniveau
3e dan zwart met 3 strepen examen op districtsniveau
4e dan zwart met 4 strepen examen op districtsniveau
5e dan zwart met 5 strepen examen op districtsniveau
6e dan rood-wit geblokte band/zwart met 6 strepen behaald op verdiensten
7e dan rood-wit geblokte band/zwart met 7 strepen behaald op verdiensten
8e dan rood-wit geblokte band/zwart met 8 strepen behaald op verdiensten
9e dan rode band/zwart met 9 strepen behaald op verdiensten
10e dan rode band/zwart met 10 strepen behaald op verdiensten

De hoogst gegradueerde persoon in Nederland was Wim Boersma (9e dan). Momenteel is Mario den Edel de hoogst gegradueerde persoon binnen de JBN (eveneens 9e dan). Als grondleggers van de huidige Nederlandse stijl van jiu-jitsu hebben zij onder andere het E-Bo-No-Kata ontwikkeld (het kata van 'den E-del' en 'Bo-ersma'). Deze oefenvorm, bestaande uit vier series van vijf technieken, is vereist voor het zwarte bandexamen (en alle daarop volgende danexamens).

2. Wedstrijdvormen

Onze stijl van jiu-jitsu is onder gebracht bij de Judo Bond Nederland (JBN). Judo is een bekende Olympische sport maar jiu-jitsu is als sport nog relatief onbekend. Vroeger werd jiu-jitsu niet als sport beoefend aangezien de vele levensgevaarlijke technieken het deelnemersveld snel zou doen inkrimpen. Maar door de drang naar sportieve competitie en met de beperking van de toegestane technieken zijn er een een aantal wedstrijdvormen voor jiu-jitsu ontwikkeld: onder andere het Fighting System en de Duo-system.

Het Fighting System is een wedstrijd tussen twee jiu-jitsuka's bestaande uit drie fases. De eerste fase is te vergelijken met een karate-wedstrijd waarbij gebruik wordt gemaakt van trap- en stoottechnieken. Bij de tweede fase wordt overgegaan op staand judo (tachi-waza) waarbij de tegenstander op de grond moet worden geworpen. De derde fase is een vorm van grondjudo (ne-waza) waarbij de tegenstander door een houdgreep, verwurging of klem moet worden verslagen. De winnaar van zo'n wedstrijd is degene die een full ippon scoort waarbij in elke fase van de wedstrijd een vol punt moet worden gescoord.

Het Duo-system is een demonstratievorm waarbij je met je partner vanuit een serie voorgeschreven aanvallen uit het E-bo-no-kata een vrije verdedigingstechniek uitvoert die wordt beoordeeld met rapportcijfers door een vijfkoppige jury. Het hoogste en het laagste gegeven cijfer tellen niet mee in de score. Hierbij moeten je partner en jij het opnemen tegen een ander koppel. Het duo dat aan het eind van de wedstrijd de hoogste score heeft is vanzelfsprekend de winnaar.